De ontlading in Kampen was enorm, toen op 17 april eindelijk de bevrijders de IJssel overstaken. Dagenlang werd er gefeest. Maar er kwam ook een enorme volkswoede vrij. NSB-ers werden hardhandig opgepakt, en “moffenmeiden”, meisjes en vrouwen die met Duitsers waren omgegaan, werden kaalgeknipt. Dat kaalknippen gebeurde vaker, maar in Kampen kreeg het een officieel tintje: een commissie van vooraanstaande heren beoordeelde welke meisjes al dan niet kaalgeknipt moesten worden. Annie Vermeulen was toen 13, en deed volop mee met het bespugen van die meisjes met hun kale koppen. Nu zou ze dat nooit meer doen: “Het was hartstikke zielig, het waren nog kinderen. Dat mag toch helemaal niet…”. Samen met amateur-historicus Laurens Hooisma kijkt ze terug op die omstreden wraakactie, hoe “goede” Kampenaren toch heel fout konden handelen.

Afrekenen met de moffenmeiden van Kampen
Kampen
Op dinsdagochtend 17 april 1945 vaart visserszoon Warner Pap met zijn bootje van Kampen naar IJsselmuiden. Aan de overkant van de IJssel vragen drie Canadese militairen en een Nederlands tolk hem of hij ze over wil roeien naar Kampen. Een paar minuten later zetten de Canadezen bij de synagoge aan de IJsselkade als eerste bevrijders voet op Kamper bodem. In de dagen voor de bevrijding is het in de omgeving van de stad onrustig. Duitse soldaten en Nederlandse collaborateurs trekken in een chaotische stoet met auto’s, paard-en-wagens, fietsen of te voet via Kampen naar het westen van het land. Om de vanuit Zwolle oprukkende Canadezen tegen te houden, blazen de Duitsers de IJsselbrug op de avond van 14 april op. De volgende dag wordt IJsselmuiden al bevrijdt. Een deel van de Duitsers trekt zich terug op Kamperveen, en bestookt de Canadezen van daaruit met hun artillerie. De granaten gieren over Kampen heen. Het zijn vrijwel de laatste gevechtshandelingen. In de vroege morgen van 17 april blijken de laatste Duitsers geruisloos uit Kampen verdwenen. De Canadezen varen met hulp van Warner Pap de IJssel over, en al gauw volgen er meer bootjes die de oversteek wagen. Op het stadhuis worden de bevrijders ontvangen door de net uit de onderduik teruggekeerde burgemeester Oldenhof. Na diens toespraak verlaten de Canadezen om onduidelijke redenen Kampen weer. Het bevrijdingsfeest is er niet minder om, al ontaard dat al snel in een volksgericht voor collaborateurs, NSB’ers en moffenmeiden. Pas twee dagen later trekken de Britten van het 49e Recce Regiment de IJsselstad definitief binnen. Met de bevrijding van Kampen is op 17 april 1945 heel Overijssel van de Duitse bezetting verlost.